Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen [22]keerde Zich de HEERE tot hem, en zeide: Ga heen in [23]deze uw kracht, en gij zult Israel uit der Midianieten hand verlossen; [24]heb Ik u niet gezonden? 22. Of, de Heere zag hem aan, zag op hem; gevende hem meteen bevel en de nodige krachten om Israel te verlossen, gelijk volgt. 23. Die gij nu van mij ontvangt. 24. Immers ja, wil de Heere zeggen: want gij hoort mij zeggen ga, met belofte van een goede uitkomst. Daarom twijfel niet, of gij zult verrichten, waartoe Ik u zend. Vergelijk boven, hfdst.4 vs.6.